Kater

Een kater is tussen de 5 en 8 maand leeftijd geslachtsrijp. Wanneer men ervoor kiest om de kater te laten castreren kan dit dus vanaf 5 maanden. De indicatie voor een castratie kan een medische reden zijn, maar over het algemeen wordt het gedaan i.v.m. gedragsredenen. Dit kan zijn vanwege het sproei-, wegloop- en vechtgedrag. In dit laatste geval is de kans op overdracht op FIV (Feline Immunodeficiëntie Virus/kattenaids) en FIP (Feline Infectieuze Peritonitis) tussen katten ook kleiner, doordat deze ziektes vaak worden overgebracht tijdens vechtpartijen. Via bijtwonden komt besmet speeksel in de bloedbaan van de andere kat terecht.

Net zoals bij de reu kan ervoor gekozen worden om de kater chemisch te castreren. Dit is een implantaat die onder de huid wordt geplaatst. Er bestaan 2 varianten, een die 6 maanden werkt en een die 1 jaar werkt. Bij chemische castratie moet u er rekening mee houden dat het katergedrag eerst verergerd voordat het mindert.

Poes

De meeste poezen worden met de leeftijd van ongeveer 6 maand voor het eerst krols. De krolsheid laat zich meestal zien in het voor- en najaar.
Om ongewenste nestjes te voorkomen wordt sterilisatie geadviseerd na de krolsheid. Een bijkomend voordeel is dat de kans op mammatumoren 7 keer zo klein is bij gesteriliseerde poezen dan bij intacte poezen. Wanneer de poes gesteriliseerd wordt tussen de 7 en 12 maand, daalt het risico al met 85%. De drachtduur van een poes is gemiddeld 65 dagen. Net zoals bij de teef is er de mogelijkheid om d.m.v. echo en röntgen de dracht te bevestigen en het aantal kittens te bepalen.

Wanneer de kittens geboren zijn is het advies om deze al vroeg te ontwormen, aangezien er via melk en bij de geboorte al overdracht is van parasieten op de kittens. Voor meer informatie over het tijdstip van ontwormen van de kittens en de poes klikt u hier. Voor informatie rond de eerste vaccinaties klikt u hier.